Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zo zeide Absalom tot hem: [4]Zie, uw zaken zijn goed en recht; maar gij hebt geen [5]verhoorder van des konings wege. 4. Of, let op uw zaken, zij zijn goed en recht. 5. Dat is, daar is niemand van des konings wege, die uw zaken behoorlijk onderzoekt en u aan recht helpt.